Aikido
Aikido, gids van leven en bron van evenwicht
Het aikido maakt deel uit van het leven, dat wil zeggen: het beoefenen van het aikido maakt deel uit van een aikidoka (betekent Aikido beoefenaar).
Door de levenshouding van Aikido roept de Discipline - veeleer overgedragen dan onderwezen - een actieve medewerking op van de leerlingen. Zij proberen de meester, die ze gekozen hebben, te volgen op de weg waarop hij voortgaat en die hij op die manier toegankelijk maakt voor anderen. (Meester opgevat in zijn rol en verantwoordelijkheid als 'Meester-Acteur', dat wil zeggen 'Hoeder-Toner' van de Weg). Bovendien verkrijgt de Discipline een grote rijkdom door het feit dat het beoefenen zich niet beperkt tot een formele uitvoering van technieken met als enige zorg de prestatie, de lichamelijke conditie en de doeltreffendheid, maar zich richt tot de mens in zijn geheel om hem in zijn wezen te bereiken.
Er moet hier worden verduidelijkt dat het aikido, al lijkt het zich met name te wijden aan het oefenen van martiale technieken, in feite steunt op meerdere bestanddelen die de gehele dimensie ervan uitdrukken, zowel materieel (lichamelijk) als moreel en spiritueel gezien:
- De martiale technieken worden herhaald met een of meerdere partner(s) die voor het leerproces een mogelijke tegenstander voorstellen, waardoor ook de aanvalsvormen en het rollen c.q. vallen moeten worden geleerd;
- Het beoefenen van aikido vindt plaats in een dojo, alwaar de etiquette de morele waarden uitdrukt die worden geaccepteerd en nageleefd;
- De kamiza, een soort altaar in de dojo, materialiseert de in deze Discipline gekozen morele en spirituele weg.
Deze bestanddelen zijn nauw met elkaar verbonden.
Het is dus gemakkelijk te begrijpen dat de techniek, een onmisbaar element en steun voor het trainen, niet het einddoel is ondanks alle strengheid en veeleisendheid die ze vergt. De techniek is slechts het middel dat de confrontatie met jezelf toelaat, dankzij de ander aan wie je je onophoudelijk stoot, dat het 'ik' onthult (in zijn beide aspecten: het nuttige en het onnodige), dat het ideaal dat je zoekt in de weg staat of juist ondersteunt bij de verwerkelijking van dit ideaal. Derhalve geeft deze ervaring ruimte aan de eigen bewustwording, aan het ter discussie stellen van jezelf, aan het openstaan voor verandering, die de betrokkenheid van het gehele zijn noodzakelijk maken. Door het fysiek, moreel en spiritueel polijsten zet de confrontatie zich geleidelijk om in een ontmoeting met de ander, met zichzelf.
Hoe kunnen we dan de trainingstijd op de 'tatami', voorwaar een bevoorrecht moment van leven gewijd aan het zoeken op de gekozen weg, los zien van momenten die je meemaakt buiten de Dojo.....Dat zijn niet anders dan evenzovele oefensituaties!
De mens ziet zich meegenomen in de beweging van het leven zoals in de beweging van de technieken. Door steeds andere situaties tegen te komen, die bronnen van verbazing zijn, van afwijzing en van vreugde, komt de mens zichzelf tegen tijdens het bestuderen van alle moeilijkheden, ontdekkingen en verrassingen. Ondertussen probeert hij niet op een dwaalspoor te geraken, hetgeen niet altijd makkelijk is.
Als je in het beoefenen op die manier voortgaat, daarbij helemaal steunend op de strengheid, de oprechtheid, de veeleisendheid jegens jezelf, dan helpt dat te ontdekken wie je bent, wat je beleeft en wat je zoekt. Op deze basis kunnen de eigen wortels van het zijn zich ontwikkelen. Deze wortels zijn onmisbaar voor de helderheid van het zijn.
Enthousiasme en vreugde winnen in deze ervaring nog meer aan kracht wanneer ze worden gedeeld met anderen, die met hetzelfde bezig zijn, waardoor het pad makkelijker te begaan is. Deze ontmoetingen zijn altijd verrijkend door de uitwisseling van individuele ervaringen. Ze laten de weg zien, want ze vergroten het begrip, ze laten vaak Vriendschap ontstaan en ze ondersteunen het menselijke avontuur, waar men nog meer zijn vreugden kan delen en de kracht kan vinden om moeilijkheden te boven te komen.
Dit is wat ik tot op heden heb gevonden in het aikido, gids van leven en bron van evenwicht door deze training die verbonden is met de menselijke ontmoeting met anderen, met zichzelf. Ik ben ervan overtuigd dat er nog zoveel te ontdekken valt, dat mijn enthousiasme vanzelf wordt gevoed door het besef van alles wat ik opnieuw kan tegenkomen: hoe verrassend zou het zijn? En ik vraag me nu af of deze discipline, zoals zeker ook andere, niet gewoon een middel zou zijn om te bereiken of in de buurt te komen van wat men in zich heeft (is) en wat men zoekt. De confrontatie zet zich om in ontmoeting om zo anderen te accepteren en zichzelf.
Meer op: JBN